Zout en klei zijn een slechte combinatie

Tine te Winkel is als programmamanager van Acacia Water nauw betrokken bij dit project. Tine: “De boeren in deze regio krijgen steeds vaker te maken met verzilting van de bodem. Deze verzilting komt vanuit het grondwater dat dichter bij het oppervlak komt. Voor de vruchtbare kleigrond die in de bodem langs de Waddenkust ligt is dat een slechte ontwikkeling, we hebben onvoldoende kennis over de reactie van zout in klei. Deze relatie wordt onderzocht in Zoet op Zout, evenals manieren om zo veel mogelijk zoetwater in de winterperiode vast te houden en op te slaan. Met het project Zoet op zout zoeken we naar praktische oplossingen voor de toekomst met verschillende externe problemen.”

Innovatie speelt een grote rol.

Het project is in het voorjaar van 2021 gestart en duurt drie jaar. Tine: “Het idee voor het project is afkomstig van agrariërs in het Lauwersmeergebied. Zij worden zich steeds bewuster van verzilting en krijgen te maken met de gevolgen van klimaatverandering. Vandaar dat we nu samenwerken in het project met LTO Noord, Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA), Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en The Potato Valley ((TPV) om naar oplossingen te zoeken. Innovatie speelt daarbij een grote rol.”

Onderzoek naar
zilte teelt

Samen met de SPNA wordt onderzocht welke teelten een hogere zouttolerantie hebben zodat deze – wanneer de verzilting toeneemt- geschikt blijven om in het gebied te verbouwen.

Oplossingen

Het project behelst meerdere oplossingsrichtingen. Enerzijds het regionale zoetwaterbeheer. Tine: “Daarbij kijken we samen met de waterschappen Noorderzijlvest en Wetterskip hoe we het zoetwaterbeheer kunnen optimaliseren. Onder andere door het oppervlaktewater optimaal door te spoelen zodat er minder zoetwater nodig is om meer zoutwater weg te spoelen. Ook zoeken we gezamenlijk naar mogelijkheden om het zoetwater ondergronds op te slaan, zodat dit – in droge periodes – door de boeren kan worden gebruikt om hun gewassen te irrigeren. Daarin hebben we al stappen gemaakt en we merken dat het animo voor ondergrondse opslag groot is. Zo groot zelfs dat we een ‘Community of Practice’ hebben opgericht. Binnen deze groep houden we de deelnemende  boeren nu up-to-date over de voortgang van de aanleg en komen we met elkaar steeds meer te weten.”

Verder wordt er in het project gekeken naar het optimaliseren van de huidige drainage richting ‘anti-verziltingsdrainage’. Door de drainage aan te vullen met buizen die lager liggen dan de huidige drainage zakt het zoete regenwater verder in de grond en vormt het een natuurlijke buffer tegen het optrekkende zoute grondwater. Op die manier blijft de grond vruchtbaar voor de bestaande teelt en houdt je wederom het zoete water langer vast. Inmiddels is deze anti-verziltingsdrainage op verschillende locaties aangelegd en wordt dit in 2024 verder uitgebreid. Tine: “Daarbij is de monitoring ook aangelegd en gaan we meten hoe het zoete en zoute water zich gedraagt. Belangrijk is dat we hierbij de nutriëntenuitstroom meten. Zo weten we uit eerder onderzoek dat de nutriëntenuitstroom afneemt bij het gebruik van antiverziltingsdrainage. En dat kan weer belangrijk worden in de waterkwaliteitsopgaven voor de komende jaren.

In totaal duurt het project drie jaar. De kennis die in dit project wordt verzameld zal tegen die tijd breed worden uitgerold (over de gehele Fries-Groningse kleischil), zodat de boeren hier ook in de toekomst kunnen blijven boeren.

Zoet op Zout

IKW-Waddenfonds € 1.6 miljoen

Provincies € 0.5 miljoen

Overige financiers € 1.5 miljoen

We zoeken naar meerdere oplossingen om ook in de toekomst te kunnen blijven boeren in het gebied

Tine te Winkel