Dat doen de initiatiefnemers door binnen het programma in te zetten op drie sporen. Aaldijk: “Het eerste spoor is fysiek en richt zich op het aanleggen, inrichten, vergroten en versneld herstellen van de broed-,rust- en foerageergebieden. Ook de hoogwatervluchtplaatsen spelen hierin een rol. Ruim 24 locaties worden aangepakt.” Daarnaast, vervolgt Aaldijk, richt het project zich op het tegengaan van menselijke verstoring, zoals recreatie. Aaldijk: “Dit is een belangrijk tweede spoor. De vogels in het gebied komen hier voor hun rust, om op te vetten en om te broeden. Door alle activiteiten die in het gebied plaatsvinden is er echter veel verstoring wat nadelig is voor de vogels.” Hierin willen de initiatiefnemers vanuit het tweede spoor bewustwording en gedragsverandering realiseren. Communicatie speelt daarin een belangrijke rol. Aaldijk: “Door daar actieve voorlichting over te geven zien we dat dit helpt. Mensen zijn bereid om er rekening mee te houden, maar weten nu vaak niet wanneer ze precies verstoren.”
Om dat aan te pakken wordt er momenteel onder meer gewerkt aan een pilot in Westhoek, waar een interactieve zuil wordt gekoppeld aan de waterstanden. Aaldijk: “Wanneer het hoog water is, verstoren we als mensen al snel de vogels. Bij laagwater is dat veel minder het geval en kunnen we het gebied beter bezoeken. Door via de zuil actief aan te geven wanneer het beter is om het gebied niet te betreden bieden we concreet handelingsperspectief.”

Kennisontwikkeling en monitoring
Het derde spoor binnen het programma richt zich op kennisontwikkeling en monitoring. Aaldijk: “We doen veel om vogelgebieden te verbeteren of herstellen en gaan er vanuit dat dat een positieve invloed heeft op het verbeteren van de gezondheid van de populaties. Daarin spelen kennisontwikkeling en monitoring een belangrijke rol om te kijken of de maatregelen daadwerkelijk een positief effect hebben. Op dit moment zijn er al verschillende nulmetingen gedaan, maar het is van belang om langjarig de effecten van genomen maatregelen te monitoren.”
Ingrid Aaldijk
Wij&Wadvogels
IKW-Waddenfonds € 7.9 miljoen
Provincies € 3 miljoen
Overige financiers € 4.7 miljoen
Kortom het programma is in volle gang, waarbij de eerste fase nog tot eind 2023 loopt. Met het oog op de lange termijn doelen is het de bedoeling dat de tweede fase van het programma nog tot eind 2026 duurt. Aaldijk: “Om te bepalen of we met het programma voldoende bijdragen aan het verbeteren van de gezondheid van vogelpopulaties hebben we die tijd echt nodig.”
Momenteel wordt in samenwerking met de verschillende partijen gewerkt aan de inhoudelijke invulling en financiering van de tweede fase, waarbij eveneens weer een beroep zal worden gedaan op gelden uit het IKW-Waddenfonds.
Vogelbescherming Nederland voert Wij&Wadvogels uit in samenwerking met acht projectpartners: Het Groninger Landschap, It Fryske Gea, Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Rijksuniversiteit Groningen, Staatsbosbeheer, The Fieldwork Company en Waddenvereniging.
Foto Stern: Jankees Schwiebbe
Foto Westhoek: Arnold Kreveld
