skip to Main Content
Klimaatbestendig inrichten

Samen met haar partners wil het waterschap werken aan een klimaatbestendig overgangsgebied tussen het Wad en het achterland. De plannen hiervoor zijn inmiddels uitgewerkt en de werkzaamheden gaan vanaf 2023 van start. Mosterd: “Om het gebied klimaatbestendig in te richten zetten we naast de noodzakelijke dijkversterking in op extra’s voor de natuur. Deze werkzaamheden pakken we onder andere op met de gelden uit het IKW-Waddenfonds.” Daarnaast wordt er in het project, op initiatief van de gemeente Het Hogeland, ingezet op het maken van een tweede toegangsweg naar de haven. Enerzijds om deze beter te ontsluiten voor de bezoekers en anderzijds om de bedrijven en hulpdiensten betere toegang te geven tot de haven en het gebied.

Extra’s voor natuur

De extra’s voor natuur bestaan uit verschillende maatregelen, verteld Mosterd. “Denk daarbij aan de mogelijkheden voor vismigratie van zoet naar zout, kwelderuitbreiding en het creëren van een binnendijks gebied van 70 hectare met waddennatuur. Dat laatste betekent dat we in dit gebied een overgang van zout en zoet water maken met zoetwater uit de Westpolder en zoutwater via een doorgang in de dijk. Zo’n zoet-zout overgangsgebied draagt bij aan de natuurlijke dynamiek en het vergroten van de natuurwaarden en de biodiversiteit.”

Een van de hoofddoelen bij het IKW waar het gaat om het versterken van de waddenkust. Mosterd vervolgt: “Om de verbinding te maken tussen dit gebied en de Waddenzee worden er duikers gegraven, waardoor zachte, natuurlijke, maar toch robuuste klimaatbestendige zoetzoutwater-overgangen ontstaan.” En die overgangen dragen bij aan het ontstaan van vismigratieroutes naar het achterland, waardoor de populatie trekvissen in de Waddenzee kan groeien.

22 hectare kwelder

Naast het binnendijkse overgangsgebied, wordt er ook 22 hectare buitendijkse kwelder ontwikkeld. Mosterd: “Vanuit de kwelders die al in de Westpolder liggen, gaan we een nieuwe natuurlijke kwelder ontwikkelen. Om dit te doen maken we dammen van hout. Deze dammen houden het zand van de Waddenzee vast, waardoor het kan opslibben en er na verloop van tijd een natuurlijke kwelder ontstaat.” En dat is weer goed voor de ontwikkeling van bijzondere soorten planten en dieren én de broed- en trekvogels die jaarlijks het Waddengebied aandoen.

Om het gebied klimaatbestendig in te richten zetten we naast de noodzakelijke dijkversterking in op extra’s voor de natuur.

Silvia Mosterd

Vitale kust Lauwersmeergebied

IKW-Waddenfonds € 8,3 miljoen

Provincies € 5 miljoen

Overige financiers € 78.1 miljoen

Totaal overzicht
van de
vispassages

Een harde dijk met zachte elementen

Voor de waterveiligheid is het van belang dat het dijklichaam versterkt wordt. Mosterd: “Hierin hebben we geen keus en moet ook, wel willen we ons de komende 50 jaar goed beschermen tegen het water.” Het waterschap kiest daarin bewust voor manieren om de harde dijk verantwoord te verzachten. Een van de manieren is het aanleggen van getijdenpoelen en onderwater rifelementen. Deze poelen en rifelementen zijn harde betonnen constructies met verschillende vormen en buizen. Een soort vissenhotels waar vissen en onderwaterleven op floreren. Op dit moment onderzoeken Hogeschool Van Hall en de Rijksuniversiteit Groningen hoe de getijdenpoelen gedijen en hoe ze bijdragen aan het verbeteren van de ecologie van de Waddenzee op de locaties langs de dijk waar deze worden geplaatst. Daarnaast biedt de dijkversterking ook de mogelijkheid om ook het fietspad langs het Wad te vernieuwen. Een mooie bijkomstigheid voor de recreatie in het gebied.

De dijkversterking in combinatie met de integrale gebiedsontwikkeling is nog wel pionieren geeft Mosterd aan. “Vroeger hadden we de natuur, in dit geval de Waddenzee, dan de dijk voor waterveiligheid en daarachter het land met bijvoorbeeld landbouw. Vanuit het waterschap kijken we nu veel meer naar het totaalbeeld. We pakken het integraal op en werken samen met verschillende partijen in het gebied om de dijk en de omgeving meer natuur inclusief aan te pakken vanuit alle terreinen en functies.”